maandag 6 april 2015

Nachtdienst met Pasen


Verhaal uit de praktijk.....

We hadden samen een hele toekomst. Híj was nou een man van wie ik dacht ‘ja, dat is hem, dit is de man van mijn leven.”





Tranen vullen haar ogen. Haar onderlip begint te trillen. Ze weet zich geen raad met de opkomende en verstikkende emoties.

“Het is zo’n opluchting dat ik nu weet dat hij……..…………..dat ik weet dat het
niet al te lang kan duren……….begrijp me niet verkeerd, ik wil hem helemaal niet kwijt, maar dit is zo’n gevecht……....…hij wordt nu……….… verlost.”  


door Mathilde van Vliet
 


Eerste Paasdag, 06.30u. Een jongeman van 29 jaar wordt vanuit de ambulance de Intensive Care opgereden. Hij was een dag met weekendverlof vanaf de verpleegafdeling waar hij was opgenomen. Om Pasen thuis te vieren. Maar het ging direct de eerste nacht al fout.
Diagnose opname IC: longbloeding bij een uitgezaaide harttumor, welke een zeer zeldzame aandoening is, en met een zeer slechte prognose.

                         Happend naar adem, extreem bang, bleek gelaat


 Ogen die enerzijds zoveel angst verborgen, maar aan de andere kant zo’n kwetsbaarheid tentoonspreidden.
Een stel kijkers met een bijna magische kleur blauw, een hoofd vol krullen, met daaronder dat bleke gezicht die de jongen zelf iets gaven van een haast engelachtig uiterlijk.
Benauwd als hij was, hield hij zich zo kranig. Hij was zo flink. En tegelijkertijd zo verzwakt.
Twee maanden daarvoor liep hij nog een marathon en leek hem niks in de weg te staan voor een gezonde en gelukkige toekomst.

Op de dag van deze opname zou er een onderzoek worden verricht naar de bloeding in zijn longen, middels een zogehete bronchoscopie.
Maar, hij kon geen ‘roesje’ verdragen, omdat hij daardoor met zijn ademhaling in de problemen kon komen met als gevolg: verstikking.
Beademen was geen optie, daar hij dan nooit meer van de beademing kon loskomen, omdat zijn longen vol metastasen/uitzaaiingen zaten.
Mentaal was hij niet in staat een dergelijk onderzoek te ondergaan zonder enige vorm van verdoving.
 


Gevecht
M
edici en verpleegkundigen stonden machteloos. Er kon niet gehandeld worden, terwijl dat wel moest.
Maar de prognose was zo verschrikkelijk somber. Er waren geen behandelingsopties meer voor hem; hij zou op korte termijn komen te overlijden, omdat dit proces al te ver was gevorderd, chemokuren hadden niets uitgehaald. Dit was het.
Het enige dat mogelijk was, was zijn (bloed)stolling corrigeren middels medicatie en het toedienen zakjes bloed, maar het bleek vechten tegen de bierkaai.

De nacht erop was hij zo verschrikkelijk bang. Extreem bang.
Hij had letterlijk doodsangst. De Dood stond in zijn ogen.
Onrust. Uit bed. In bed. Uit bed. In bed.

Motorische discomfort.
Benauwd.
Pijn.
Een gevecht.
Uiteindelijk heeft de behandelend arts medicatie afgesproken tegen die afschuwelijke onrust en mocht er met morfine gestart worden, in kleine doses voor het comfort en om die vreselijke angst en benauwdheid op te heffen.
Ondanks dat bleef hij tobben, maar werd hij wat minder onrustig en oncomfortabel.

Zijn vriendin was in huis blijven slapen en na een paar uur in bed woelen kwam ze terug. Het ging door merg en been toen ze in tranen vertelde hoe ze hem had ontmoet, dat ze pas zes maanden bij elkaar waren en dat hij nu………
Ze hadden zo’n goede band; met wederzijds respect, humor, gedeelde interesses en hobby’s, warmte, verliefd.


“We waren echt verliefd. We hadden samen een hele toekomst. Hij was nou een man van wie ik dacht ‘ja, dat is hem. Dit is de man van mijn leven.”

 



Pijn
Het ging door merg en been, deze verbondenheid van deze twee mensen, dat iedereen er door geraakt was. Ondanks de professionele houding arts/verpleegkundige - patiënt.
Afstand.
Te allen tijde.
Zeker.
Professioneel afstand behouden.

Maar af en toe glippen er emoties met een casus als deze er doorheen. Het hele team van artsen en verpleegkundigen had het er zeer moeilijk mee. Een man van 29, een leeftijdgenoot, die twee maanden geleden nog een marathon liep en die een hele toekomst voor zich had behoorde niet te overlijden. Een leven aan het begin van de droom, dat zinloos wordt weggerukt uit zijn bestaan.
Zo’n jonge kerel hoort te genieten van het leven, zich actief bezig te houden met werk, relatie, vrienden en hobby’s.
Niet met de dood.
 

Beroepsmatig verdriet
E
r overlijden heel veel mensen op een IC, dat is onvermijdelijk. Artsen, verpleegkundigen worden bijna dagelijks met de dood geconfronteerd en als ze alle leed zouden aantrekken, dan zouden ze hun beroep niet kunnen uitoefenen. En toch gebeurt het dat er wel eens ernstig geslikt wordt of dat een traantje weggepinkt wordt bij het ervaren van een jong persoon die stervende is.
Belangrijk is dat er dan op zo’n moment een heel daadkrachtig en hecht team is, waardoor dit soort ervaringen besproken kunnen worden en emoties de vrije loop kunnen worden gegeven en verwerkt kunnen worden. Bij politie/ brandweer/ ambulance bestaan zogehete BOT teams,
die vaak de eerste opvang kunnen zijn bij traumatische gebeurtenissen, naast collega’s. Maar soms zijn de emoties zo hevig dat er professionele hulpverleners van buiten komen die de (andere) hulpverlener moet opvangen.
 
Achter de schermen
Het is heel fijn dat mensen dit werk kunnen doen met een enorme betrokkenheid en dat emoties ook gedeeld kunnen worden met mensen in de omgeving. Dat deze hulpverleners geen robots zijn die een fulltime baan hebben om alleen maar brood op de plank te hebben, zegt alles over hun mens-zijn.
Dit zijn zaken van ‘achter de schermen’ die patiënten of hun familie zichzelf vaak niet realiseren.
Want ‘de dokter en de zuster zijn er toch gewoon voor mij?’
Zeker waar, maar soms kost het wel eens moeite om er altijd maar ‘gewoon’ te zijn.
 

Lief. Leed.
Een ieder is in zijn/ haar leven wel eens geconfronteerd met de dood van een naaste geliefde, kind, vriend, kennis, ouder of ander familielid.
Dat zijn zulke ingrijpende gebeurtenissen die je hele leven op z’n kop kunnen zetten.
We denken er te weinig over na, maar het is van tijd tot tijd verstandig stil te staan lief en leed echt te delen met mensen om je heen en niet het leven door je vingers te laten glippen. Een ongeluk zit in een klein hoekje, het leven kan zo van de ene op de andere dag voorbij zijn. Realiseer dat.
Geef om elkaar, houd echt van diegene van wie je denkt dat hij/ zij degene is met wie je verder wilt. Houd van je dierbaren om je heen.

Sta niet stil bij dagelijkse ongemakken, futiliteiten die niets te betekenen hebben of eigenlijk te verwaarlozen zijn.
Denk eens aan de ander die mogelijk met echte problemen te maken hebben.
Heb lief. 

Zomaar een Paasgedachte op deze Tweede Paasdag ......
 
 

 

 

Amsterdam, 6 april 2015

1 opmerking:

  1. Snik......pink een traantje weg......mijn zusje is verpleegster en die vertelde ook wel eens dit soort tranen trekkende verhalen.
    Mooi geschreven, dank je daarvoor,

    Carla

    BeantwoordenVerwijderen