dinsdag 24 februari 2015

De Afbraak van de Gezondheidszorg

                                         Er is iets vreemds aan de gang






door Mathilde van Vliet

Vroeger, als je de verpleging inging, dan deed je dat uit volle overtuiging. De tijden van Florence Nightingale waren weliswaar voorbij, maar het beroep zorg voor de zieke medemens werd niet gedaan voor het geld, maar uit liefde voor de verzorging van patiënten. Voor het grote geld moet je niet in het veld van de gezondheidszorg werken, tenzij je in de ivoren toren van het management terecht komt.
Het beroep verpleegkundige is steeds minder in trek, vanwege de verdiensten en ook schoolverlaters lijken toch de neus op te halen voor het beroep zelf. 



Hiërarchie
In vroegere tijden bestond een afdelingsleiding in de meeste ziekenhuizen uit een hoofdverpleegkundige en twee tot vier teamleiders. De hoofdverpleegkundige wist alles van de patiënt en zijn/haar ziektegeschiedenis, van de huidge situatie en van de in de nabije toekomst gelegen noodzakelijke onderzoeken.
      Na verloop van tijd werd deze in hart en nieren hoofdverpleegkundige manager over verschillende afdelingen en werd hij/ zij geacht niet meer aan het bed te werken, maar op management niveau en moest hij/ zij zich uitsluitend bezighouden met organisatie, vergaderen en financiën/ budget.
Dat ging zo een paar jaar door.

Weer een paar jaar later bedachten managers vanachter het bureau ver buiten de verpleegafdelingen dat er beter “clusters” in het leven konden worden geroepen, dus een clusters van alle “snijdende, niet-snijdende specialismen” en overige clusters, zoals kindergeneeskunde, spoedeisende hulp etc.
Organisatorisch betekende dat weer veranderingen ten aanzien van leidinggevenden, managers en unithoofden. Door de bomen zag men het bos niet meer.
Nog wat  jaren later werden namen van ziekenhuizen gewijzigd, volgden er fusies, gebouwen kregen een likje verf, een nieuw logo werd geïntroduceerd, borden, kopjes en schotels werden verfraaid met een leuk en fris logo.
De patiëntzorg ging er echter niet op vooruit.
Het bracht verwarring bij de patiënt; al die nieuwe benamingen, managers die rondliepen zonder uniform.

“Florence, waar is toch die lamp gebleven? Ik zie niks meer!”

Inspectie
Binnen de verpleging ontstonden er ook allemaal vernieuwingen. Het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ) begon de druk in ziekenhuizen op te voeren, er kwamen steekproeven om de kwaliteit van zorg de waarborgen. Nu is dat op zich niet erg, want er komen altijd oneffenheden boven water: OK’s die niet volgens de geldende richtlijnen gereinigd worden zijn, medicatiekasten op verpleegafdelingen die open staan, veiligheidsmaatregelen die niet optimaal werken, artsen en verpleegkundig personeel dat niet de handen goed wast, sieraden dragen met hun werk, etc. Het is goed om alert te zijn en te blijven, immers: de patiëntenveiligheid moet te allen tijde voorop staan. 

Protocol
Het ging verder. De introductie van Het Protocol deed z’n intrede. Voor elke handeling moest een protocol gemaakt worden. Een protocol is een document dat tot doel heeft zorgverleners te ondersteunen bij het uitvoeren van zorginhoudelijke handelingen, met andere woorden: protocollen en richtlijnen kunnen een bijdrage leveren aan een kwalitatief goede zorgverlening. Ten aanzien van protocollen is er in de wet niets geregeld. In Nederland bestond het werken met protocollen al in de ambulancezorg en de spoedeisende hulp van de ziekenhuizen.

Door die protocollen werden verpleegkundige handelingen ook vastgelegd; in 1996 ontstond de term ”onbekwaam is onbevoegd”, wat zoveel wil zeggen: beheers je bepaalde verpleegtechnische/ voorbehouden handelingen niet, verricht deze dan niet". Op straffe van berisping of erger: ontslag.
Maar, protocollen kunnen nooit het handelen geheel vastleggen. Ze hebben een principieel beperkte reikwijdte. 

Portfolio
Vanuit de gedachte dat verpleegkundige zich bewust werden van hun handelingen werd het toetsen van verpleegtechnische/ voorbehouden handelingen geïntroduceerd. Mensen die al decennia in dienst waren en dagelijks infuusnaalden prikten, mochten nu aan de leidinggevenden laten zien dat zij volgens het bestaande protocol in staat waren een infuusnaaldje te prikken. Idem voor bloedafnames, het plaatsen van maagsondes, urinekatheters en verdere verpleegtechnische/ voorbehouden handelingen.

Plots was daar de sterke arm van het NIAZ en werd het begrip portfolio in 2011  geïntroduceerd, opdat men kon aantonen dat de kennis op peil werd gehouden.
Er valt wat voor te zeggen dat men blijft hameren op de juiste wijze uitvoeren van dergelijke verpleegtechnische/ voorbehouden handelingen, immers patiëntenveiligheid staat voorop.
Maar men kan natuurlijk het doel ook voorbij schieten. Ziekenhuizen vormden niet één beleid hierin, diverse beroepsverenigingen en kwaliteitsregisters boden tegen flinke bedragen per jaar portfolio en registraties aan.
 

Door de bomen zag men het bos niet meer en was men naarstig op zoek naar het licht.
 
 


Scholing en toetsing
Weer jaren later werd het verplicht bijscholen voor verpleegkundigen ingevoerd: afdelingen moesten een aantal keer per jaar het personeel bijscholen over onderwerpen die speelden op die afdelingen, opdat verpleegkundige handelingen, inzichten en vernieuwingen aan de man/ vrouw werden gebracht en zo de kennis op peil bleef. Ook allemaal voor de registratie in het portfolio.
Men mocht naar symposia en scholingen extern, waarbij de kosten van scholing werden vergoed, inclusief reiskosten.
In de loop van de jaren werd aan deze scholingen geknabbeld; er moest bezuinigd worden. Dus het aantal symposia per afdeling werd ingekrompen en er werd geloot wie wel en wie niet er naar toe mocht. Want het zijn behoorlijke bedragen, ondanks dat de ondernemingsraad (OR) per ziekenhuis hier budget tegenover stelt.
Aan de andere kant moest er wel geschoold worden.
Ziekenhuizen besloten zelf de bijscholingen te gaan geven: schooldagen waarbij verpleegkundigen thema’s konden aandragen waarbij artsen en verpleegkundigen hun eigen doelgroep opleidden. 

Investeren in jezelf, je kennis op peil houden is de normaalste zaak van de wereld, wanneer je je beroep goed wilt blijven uitoefenen. Je bent bekwaam en dus bevoegd om handelingen uit te voeren, je wordt bijgeschoold en je kennis wordt verrijkt.
Bij invoering van nieuwe maatregelen bestaat er meestal wat gemopper, maar men raakte toch enthousiast omdat – als een portfolio goed wordt bijgehouden – dit ook gevolgen heeft voor eventueel een verdere loopbaan in een andere instelling of een vervolgopleiding.


Maar wat is er nu aan de hand?
Verpleegkundige meldden zich aan voor bijscholing en toetsen verpleegtechnische/ voorbehouden handelingen. Wanneer de bijscholingen en toetsing binnen werktijd worden gedaan, dan is het de vraag of dit roostertechnisch haalbaar is m.b.t. een dagbezetting van verpleegkundig personeel. Volgt men scholing in de eigen vrije tijd, dan werd voorheen die vrije tijd altijd teruggegeven, omdat scholing verplicht was vanuit de instelling en men niet een hele roostervrije dag hoefde op te offeren.
Nu werden die regels plots gewijzigd onder het mom dat “er bezuinigd moet worden.” De tijden van bijscholing en toetsen werden ineens niet meer – u leest het goed: NIET – door de werkgever teruggegeven in de vorm van een scholingsdag, die dus als werkdag geldt.
Ook dienden kosten voor symposia extern uit eigen zak betaald te worden.
“Men moest zich ontplooien en de vrije tijd opofferen voor de baas”. 
 
 
Waar is toch die lamp, want het wordt langzamerhand onheilspellend donker in verpleegland.



ORT
Vanuit de gedachte van de 24uurseconomie, kwam ineens de onrust in de verzorgingswereld dat de onregelmatigheidstoeslag bij avond, nacht en weekenddiensten ook maar eens moest verdwijnen. De nieuwe voorzitter van MKB-Nederland heeft in het Financieel Dagblad gezegd dat de toeslag op loon voor onregelmatig werk, in de avond of bijvoorbeeld op zondag, moet verdwijnen omdat het 'helemaal uit de tijd' is.


Letterlijk zei hij: “We leven niet meer in 1960. Niet meer in de tijd van de Flintstones.' In het artikel wijst hij erop dat de economie flexibel is, en al lang niet meer gebonden is aan tijden van 9 tot 6. 'Dus er moet echt radicaal een streep door dat toeslagenstelsel.”

Immers, men kon toch nu ook gewoon ’s avonds boodschappen doen?

Nooit aan gedacht dat onregelmatig werken wellicht een aanslag betekent voor het lichaam? Wetenschappelijk is aangetoond dat gevallen van borstkanker naarmate de jaren met onregelmatige diensten voorderen – vooral de nachtdiensten  - toenemen.

Een onregelmatigheidstoeslag (ORT) wordt in procenten berekend over de te werken aantal uren. Vroeger loonde het echt om nachten en weekends te werken. In de loop der jaren werden er procenten afgeknabbeld en bleef alleen de zondag over die rendabel was. Dus je moest heel goed plannen wanneer je het beste werkte voor een goede ORT. Als voorbeeld: een gespecialiseerd verpleegkundige met een fulltime dienstverband verdient bij gemiddeld zeven nachten, twee weekends, zes of acht avonddiensten per maand 600 euro bovenop het bruto salaris in de hoogste schaal.
Dat zou dus betekenen dat – wanneer de ORT eraf gehaald zou worden – er een inkomen van 600 euro minder per maand binnenkomt. Op jaarbasis is dat 7200 euro.
Dan zou je je achter de oren gaan krabben en denken aan een 9-5 baan op een polikliniek, want dan ga je na een maand regelmatig werken met hetzelfde salaris naar huis.
Ach, doet u mij een lol en ‘like even

Salarissen
En wat verdient een raad van bestuur van een algemeen ziekenhuis en die van een Academisch ziekenhuis eigenlijk?
Conclusie: bij 13 van 14 instellingen acht men de functie van de bestuursvoorzitter "aantoonbaar zwaarder dan gemiddeld".
Ondanks de maatregel van toenmalig Minister Plasterk gaat de gemiddelde directeur van een middelgroot ziekenhuis tussen de 193.000 en 288.000 euro op jaarbasis naar huis. Dat is nog altijd een schamele 16.000/24000 euro bruto per maand. Ach, laat ze een bedragje van10.000/18.000 euro overhouden, vooruit, we klagen niet.

Weten de heren en dames managers in zo’n ivoren toren met bladgoud geplaveide wandelpaden, hoogpolige tapijten en lederen fauteuils wat het is om dag in, dag uit instabiele patiënten te verzorgen vanaf de basiszorg tot aan specialistische zorg om deze zieke categorie in leven te houden?

Dan is het toch wel erg wrang dat de verpleegkundigen altijd de dupe zijn, wanneer het gaat om forse bezuinigingsmaatregelen.
Ja”, is het tegenargument, “maar die groep organiseert zich ook niet. Die staan op het Malieveld met afgeknipte vuilniszakken en podeksels in hun hand ‘Actie! Actie!’ te scanderen.”
En daar worden de heren en dames bestuurders niet warm van.

Misschien moeten we eens bij schijnen?


                                           
Net zoals de onderwijsgroep als wel de verzorgenden zijn het juist die beroepsgroepen die zich verantwoordelijk achten voor hun resp. leerlingen en patiënten; die laten ze nu eenmaal niet in de steek, omdat zij dat gevoelsmatig niet kunnen.
Zondagsdiensten, de medisch specialisten gooien gerust de poliklinieken en OK’s dicht om gehoor te geven aan hun protest, wanneer ze het ergens niet mee eens zijn.
De verpleging hobbelt er wel achteraan, want die zijn afhankelijk van de medici.

 Ja zuster, nee zuster
Luide protesten vanuit de directies en managers wanneer er aan hun verdiende jaartonnen wordt getornd. “Ik doe mijn stinkende best om dit ziekenhuis te besturen en overeind te houden.”, is dan het commentaar.

Ja, meneer de directeur, tienduizenden verpleegkundigen verzorgers en andere krachten in de zorg doen dag in, dag uit
hun (letterlijk) stinkende best om een zieke populatie in leven te houden en zo goed mogelijk te verzorgen.
Ook u wordt op een dag ziek en dan zou u het prettig vinden
wanneer er een goed opgeleide, gemotiveerde en vriendelijke verpleegkundige aan uw bed verschijnt
die weet waar hij/ zij mee bezig is, plezier in het werk heeft en daarvoor ook beloond wordt.

Mag daar dan iets meer tegenover staan dan alleen maar sluipenderwijs knabbelen aan salarissen die met veel pijn en moeite na jaren van praktijk opgebouwd zijn?

  1. Is het eerlijk scholing te verplichten en verpleegkundigen zelf voor de kosten en tijd te laten opdraaien?
  2. Is het eerlijk om mensen die 8,5 uur in de nachtdienst werken slechts maar uit te betalen voor 8 uur?
  3. Is het eerlijk om met allerlei juridische prietpraat verpleegkundige personeel te imponeren en monddood te maken en bestaande regels via vaststaande CAO’s met de voeten te treden?
  4. Is het eerlijk om bezuinigingen door te voeren op verpleegkundigen en hen nog meer te belasten met de papiermolen omdat het NIAZ in hun nek hijgt?
  5. Zou het niet eerlijker zijn verpleegkundigen te belonen en te te stimuleren om hun vak nog beter te kunnen uitoefenen?
  6. Dat betekent nu meer investeren in scholing en arbeid en richten op de toekomst in plaats van nu nog meer peperdure managers aan te trekken die nog meer geld wegslurpen uit organisaties om de ivoren torentjes te verwarmen.
  7. Lever zelf in en investeer in personeel in plaats van de nieuwste Maserati of Audi voor het vrouwtje.
Koop eens een nieuwe lamp!! 

Of is dit het lange begin van De Afbraak van de Gezondheidszorg??

 

Amsterdam, 24 februari 2015
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten